Fan van AZ Alkmaar
Nieuws

Over AZ Alkmaar

De historie van AZ, de fusieclub Alkmaar Zaanstreek ’67, voert terug naar 1910. In dat jaar werd in Koog aan de Zaan de Kooger Football Club (KFC) opgericht, één van de drie voorlopers van het huidige AZ. KFC kende de glorietijden in de jaren ’30 en speelde in 1934 een kampioenswedstrijd tegen Ajax, maar verspeelde het door een gelijkspel de titelkansen. In 1935 werd ook de bekerfinale verloren van RFC Roermond. KFC maakte in 1955 de stap naar het betaalde voetbal en hield in 1964 op met het profavontuur.

De licentie werd overgenomen door FC Zaanstreek, de tweede voorloper van AZ. Die club fuseerde na drie jaar met Alkmaar ’54, de derde voorloper van AZ. Alkmaar ’54 werd op zijn beurt in 1954 opgericht als deelnemer aan de eerste – toen nog illegale – profcompetitie. Samenwerkingen met amateurclubs Alcmaria Victrix en Alkmaarsche Boys kwamen al vroegtijdig die van de grond en zo ging de Stichting Alkmaar eigenhandig het betaalde voetbal in. De ‘wilde’ profcompetitie werd na enkele maanden afgebroken, waarna gesprekken met de bond werden opgestart.

Van de tien deelnemende clubs fuseerden de deelnemers uit Rotterdam, Den Haag, Kerkrade, Enschede, Utrecht en Venlo na enkele maanden met reeds bestaande clubs om deel te nemen aan de eerste officiële en legale betaald voetbal-competitie in Nederland. Alkmaar ’54, BVC Amsterdam, Fortuna ’54 en het als enige tegenwoordig nog altijd zelfstandig actieve De Graafschap maakten de overstap naar de door de KNVB georganiseerde competitie. Alkmaar ’54 ging dertien jaar later samen met FC Zaanstreek verder als AZ ’67.  Die combinatie zou vanaf 1972 uitgroeien tot een A-merk. Dat had met het instappen van de gebroeders Molenaar, die sportieve wraak wilden nemen voor de gemiste titel in 1934.

Met geldschieter Wastora werd de top van de ranglijst bestormd in de Alkmaarderhout. Burgemeester Roozemond maakte zich sterk voor lichtmasten die nodig waren voor het spelen van Europees voetbal in eigen stadion. Kees Kist, Kristen Nygaard, Bert van Marwijk, Hugo Hovenkamp, John Metgod, Willem van Hanegem, Eddy Treytel, Pier Tol en Ronald Spelbos waren enkele van de spelers die naam maakten. In 1981 werd periode onder leiding van trainer Keorg Kessler bekroond met een landstitel en daarnaast werden drie KNVB-bekers gepakt (1978, 1981, 1982).

De club zakte sportief af en speelt tussen 1988 en 1998 grotendeels in de Eerste Divisie met de dertiende plek in 1991/1992 als sportief dieptepunt. In 1996 en 1998 waren kampioenschappen het gevolg van nieuwe dadendrang. De Frisia Bank van Dirk Scheringa stapte begin jaren ’90 in en zorgde voor een nieuwe bestorming van de Nederlandse top. In 2009 werd het tweede kampioenschap gevierd en de Johan Cruijff Schaal in de wacht gesleept. Beroemde namen als Mousá Dembélé, Mounir El Hamdaoui, Maarten Martens, Ari, Demy de Zeeuw, Stijn Schaars, Sergio Romero en Graziano Pellè waren onderdeel van de nieuwe kampioensploeg onder leiding van Louis van Gaal.

In 2009 ging de hoofdsponsor en Stadionnaamgever DSB failliet, maar in 2013 was AZ toch voldoende hersteld om de KNVB-beker te pakken. Het op 4 augustus 2006 geopende stadion werd in 2010 omgedoopt tot AFAS Stadion. In augustus 2019 stortte een deel van het dak van nota bene de Molenaartribune in. Na een periode van uitwijken naar Den Haag en spelen zonder dak, werd het stadion in september 2021 heropend. Een stadion met een capaciteit van 19.478 zitplaatsen waar behalve de stabiele prestaties in de subtop van de Eredivisie, ook menig legendarisch Europees duel is uitgevochten. Net als vroeger tijdens de ‘lichtwedstrijden’ in de Alkmaarderhout voor maximaal 20.000 enthousiaste en trotse Noord-Hollanders, die destijds grotendeels nog moesten staan.